sander groen | freelance lifestyle- en reisjournalist

































foto alek bruessing

lees ook
Proeven kun je leren
De macht van Johannes

externe links
Johannes van Dam in Het Parool

"Cijfers zijn voor mensen die niet kunnen lezen" 
"Hoe dat cijfer tot stand komt, is iets heel mystieks." De appel in de appelstrudel was vermoest en de erwtensoep werd "zo koud als een vichysoisse, nog onder kamertemperatuur" geserveerd. Brasserie Dorrius kreeg toch nog een 6. "Ik hou niet zo van die cijfers. Het was ook niet mijn idee, maar de belangstelling voor mijn stukken is met een cijfer erbij veel groter. Het is bedoeld voor mensen die niet zo geïnteresseerd zijn in details. Zij kijken alleen naar het cijfer en als dat een 8 is, is het daar te eten. Maar mensen die wat pietluttiger zijn, zien na het lezen van de tekst misschien alsnog af van een bezoek. Voor ieder wat wils, mooi toch? Cijfers zijn voor mensen die niet kunnen lezen. Dat mag je er als kop boven zetten."

Lekker is niet belangrijk
In zijn befaamde Smaakcolleges toont Johannes van Dam proefondervindelijk aan dat objectieve factoren een rol spelen bij het beoordelen van een gerecht. "Neem een mooie verse kreeft, die is zoetig van smaak. Als je dat combineert met iets zurigs versterkt dat de smaak. Eerst laat ik ze de kreeft naturel proeven, dan met een slokje zurige witte wijn, die de smaak veel voller maakt, en daarna met wat romige en zurige mayonaise, die combineert goed met de zurige en vezelige kreeft. Daarna proeven ze een stukje zoet fruit, wat de smaak van de kreeft helemaal kapotmaakt. En toch worden er kreeftcocktails met fruit geserveerd. Dit soort experimenten heb ik zelf bedacht. Smaakcolleges geef ik al vijftien jaar. Nu nog maar één per jaar, want het is vermoeiend. Maar ook bevredigend, want ik kan goed schoolmeesteren. En ik kan bijna alles voor de vuist weg beantwoorden, dus mensen mogen alle vragen stellen die ze willen.
Het volgende Smaakcollege is op zondag 5 juni in de Internationale Proeftafel, Ruysdaelstraat 34, Amsterdam. Reserveren: tel. 020 400 4564 of proeftafel@woorts.nl.

 

Vrienden vinden zijn gemopper prachtig, chef-koks vrezen zijn bitse pen en collega-journalisten bewonderen zijn kennis. "Johannes van Dam heeft macht", zeggen ze. "Ik ken geen betere", zegt hij over zichzelf. Gelukkig in zijn werk, minder in de liefde. "Ik ben alleen, maar niet eenzaam."

de openbaring van johannes

tekst sander groen

Eten is zijn werk. Johannes van Dam (55) schrijft gezouten taal in Het Parool, weekblad Elsevier en de Vlaamse kwaliteitskrant De Morgen. Hij publiceert boeken en geeft smaakcolleges. Johannes van Dam heeft macht: bij een goed cijfer is het restaurant de eerstkomende maanden volgeboekt en na een slechte recensie kan de desbetreffende chef-kok op zoek naar een nieuwe baan. Hij lijkt een brompot, maar stiekem is Johannes van Dam een lieve man. "Ja, dat ben ik ook. Maar ik houd niet van gezelligheid. Dat is wolligheid, dan word je ingepakt in dingen die je afleiden. Ik blijf graag helder. Ik houd van goed licht op tafel en duidelijkheid. Gezelligheid is schemering van de geest." 

lekker 
           
Gezelligheid is rond lunchtijd ver te zoeken in brasserie Dorrius van hotel Crowne Plaza. De zaak is uitgestorven, op twee stuks serveerpersoneel na. Via het piepkleine microfoontje in een knoopsgat maakt Van Dam aantekeningen, te beginnen met de ambiance: "Oude bruine tegelvloer, mokkakleurig plafond, bovenlichten met gekleurde ruitjes... Is dat echt, nee hè? Namaakplanten in potten..." Dan weer tegen mij: "Typisch de ontbijtruimte van een viersterrenhotel. Of ik het prettig vind? Subjectieve kwalificaties laat ik zoveel mogelijk weg. Ik beschrijf hoe het is. Dat geldt ook voor het eten. Ik schrijf niet of het lekker is, maar dat het niet krokant is terwijl het dat had moeten zijn, of dat een combinatie van gerechten elkaar niet verdraagt. Dat zijn objectieve factoren." We zijn in Dorrius voor zijn donderdagse rubriek De Lichte Lunch. Het personeel herkent Van Dam niet. "Dat komt gelukkig vaker voor. In topzaken herkennen ze me zeker. En in nieuwe zaken, die er op gespitst zijn om mij te ontvangen. Ik hoorde laatst dat er bij een nieuwe Italiaan een foto van mij in de keuken hangt."

'Men zegt wel eens dat Hamlet een tragische figuur was, maar dan kent men Johannes van Dam nog niet', schreef Max Pam in NRC/Handelsblad. Van Dam: "Daar zat een kern van waarheid in, maar het was zwaar overdreven. Het ging erom dat ik niet meer relaxed zou kunnen eten. Maar ik eet ook gewoon een broodje kebab of een zak patat met een kwakje mayonaise. Daar is niets tragisch aan. Dat is het pas als je van goed eten houdt en vanwege je beroep gedwongen bent om iedere dag in een slecht restaurant te eten. Ik doe eens in de week een avondeten en een lunch en ik dank God op mijn blote knietjes dat het niet vaker hoeft."

"Would you like to drink something first?"
"Wat voor thee heb je?"
"Wat heeft u in gedachten?"
"Een goeie Darjeeling?"
"Eh..."
"Zijn het zakjes? Van Twining?"
"Pickwick, ja."
"Oh, dan is een potje heet water genoeg, ik heb m'n eigen thee bij me."
 

beunhaas 
                
"Ik kan niet liegen en ben altijd op zoek naar rechtvaardigheid. Omdat ik geen concessies wil doen, krijg ik vaak ruzie met mensen." Hij ziet zichzelf als een tuinman die het onkruid wiedt, zodat de bloemen en kruiden overblijven. Daarbij spaart hij niemand. Tegen zijn bekendste collega, Wina Born, fulmineerde Van Dam onvermoeibaar. Zelfs tot na haar dood. En omdat de enige Nederlandse onderscheiding voor culinaire journalistiek nu eenmaal naar Born is vernoemd, weigerde Van Dam die. In tegenstelling tot zijn NRC-collega Joep Habets. "Dat is een beunhaas die er helemaal niets van snapt. Hij lult maar wat in de ruimte, inhoudelijk slaat het nergens op. De hoofdredactie van de NRC weet niet beter, die laat dat wollige geblaat gewoon staan. Tante Bets noemen we hem in onze kringen." 

Kortom: Johannes van Dam is de beste culinair journalist van Nederland. "Nou ja, ik ken geen betere, laat ik het zo zeggen. Maar ik zou graag zien dat er meer waren. Als ik anderen spreek, proberen ze me altijd informatie te ontfutselen. Terwijl ik zelf nooit de behoefte heb om iets te vragen." Als kind werd hij een al professor genoemd. Toch bereikte Van Dam zijn bestemming als restaurantrecensent via een kronkelig pad: onafgemaakte studies medicijnen en psychologie, baantjes in een klokkenfabriek en een whiskybottelarij, bioscoopbezoekers placeren, boeken verkopen bij Scheltema en Athenaeum. Op zijn twintigste was hij even leerling-redacteur bij Het Vrije Volk, maar na een halfjaar hield hij de journalistiek voor gezien. Uiteindelijk vertrok hij naar Frankrijk. "Het werd me te benauwd in Amsterdam, ik wilde terug naar de natuur. Ik leed aan ernstige depressies, maar die nam ik natuurlijk mee naar de Pyreneeën. Dat besefte ik achteraf pas, toen zocht ik het nog buiten mezelf. Dat kwam uit: ik woonde in een commune, waar toevallig alles geschikt was om je knettergek te maken. Dat is ook met anderen gebeurd, er zijn mensen die het niet hebben overleefd. Daarna heb ik nog twee jaar in mijn eentje in de Pyreneeën gewoond. Dat ging veel beter. Ik vertaalde boeken. Als een kluizenaar op een berg, niemand in de buurt." 

toeval 
           
Aan het Pyreneese kluizenaarsbestaan kwam een abrupt einde toen hij terugging naar Amsterdam om voor een vriend een winkeltje in underground-comics te draaien. Na een halfjaar belandde hij toch weer in de journalistiek. "Ik ging als redactiesecretaris werken bij de Haagse Post. Mijn chef daar, Bert Vuijsje, werd hoofdredacteur van Intermagazine, een fullcolour spin-off van Intermediair. Ik stelde voor om voor dat tijdschrift culinaire stukken uit het buitenland te vertalen. Vuijsje wilde geen vertalingen, maar alleen originele stukken. Dus ben ik die gaan schrijven, over eten en drinken. Zo is het gekomen, min of meer toevallig. Met die stukken kreeg ik wat bekendheid. Toen nam ik de Kookboekhandel over. Die bestaat inmiddels 25 jaar, waarvan ik er zeven heb gedaan. Daarmee kreeg ik nog wat meer bekendheid. Ik werd door Elsevier aangetrokken, daarna kwam Het Parool en andere publicaties." 

"De erwtensoep is op koelkasttemperatuur."
"Oh."
"De kom is wel een beetje warm, maar de soep erin is echt ijskoud."
"Oh. Oké."
Vijftien minuten later:
"Ah, u heeft 'm warm gemaakt."
"Ja."
"Oké, zet maar neer."
"Alsjeblieft."
"Bedankt."
 

zoenen 
             De hormonen gierden door zijn lichaam, toen Johannes van Dam ontdekte dat hij homoseksueel was. "Misschien was het de combinatie van eten en bloot, maar toen ik een jaar of dertien was, raakte ik enorm opgewonden van tekeningetjes waarin blote negertjes rond de kookpot dansten. Op mijn achttiende, ik studeerde toen medicijnen aan de UvA, werd ik voor het eerst verliefd op een jongen. Met hem was er een lichte mate van eh... vanilla sex heet dat, hè? In dat kringetje van studenten was het heel gebruikelijk dat iedereen een beetje met elkaar rommelde. Voor hen was het een excuus om te experimenteren, voor mij was het menens. Die liefde werd wel met vriendschap, maar niet met liefde beantwoord. Dat heeft een jaar geduurd. Het ging niet verder dan wederzijds aftrekken, ik geloof dat zoenen er niet eens bij was." 

Een gedegen coming-out was er ook niet bij voor de jonge Johannes. "Mijn vader was toen al dood en tegen mijn moeder heb ik nooit iets gezegd. Ik vond dat het haar geen barst aanging. Ze begreep het wel, denk ik. Mijn zusje wist precies wat er zich afspeelde, want ze kreeg een verhouding met een jongen uit hetzelfde studentenclubje. En mijn broer had het ook wel door." Dat kon ook niet missen: Johannes van Dam werd volwassen toen de Amsterdamse homo-scene nog één grote gang bang was. "Daar heb ik nooit aan meegedaan. Ik kwam wel eens in een nichtenkroeg en ik heb wel eens wat jongens achter me aangehad, maar dat waren niet de jongens waartoe ik me aangetrokken voelde. Ik was aantrekkelijker dan ik zelf dacht, maar ik zat niet achter sex aan. Ik had ook een hekel aan jongens die ostentatief homosexueel waren. Die aanstellerij vond ik zo onecht. Homokroegen vond ik vleesmarkten. En daar houd ik niet van. Tenminste, niet als het om sex gaat. Natuurlijk wel als het om vlees gaat..." 

"Heeft het gesmaakt?"
"Ja hoor."
"Mooi."
"Het was wel heel merkwaardig. Ik heb wel eens lauwe soep gekregen, maar dit was echt kóud..."
"Oh ja?"
"Nog nooit meegemaakt."
"Oh. Oké." 

blind 
Het liefdesleven van Van Dam is heel overzichtelijk: één noemenswaardige relatie die, inclusief voor- en naspel, dertig jaar duurde. Een lange tijd om jezelf voor de gek te houden, beseft hij nu. "Dat doe je als je verliefd bent. Maar het was ook af en aan, er gingen jaren voorbij dat we elkaar niet zagen. Ik heb korte tijd bij hem gewoond in het midden van het land, maar ik had toen ook een boot in Amsterdam. Ik had de illusie dat het liefde was, maar ik heb me dertig jaar lang laten gebruiken. Toen ik dat doorkreeg, was ik woedend op mezelf. Ik voelde me in de steek gelaten. Maar ik realiseerde me dat dat niet plotseling was gebeurd, maar eigenlijk altijd zo geweest was. Het was een uiterst merkwaardige en eenzijdige relatie, die veel meer op leugens gebaseerd was dan ik me kon voorstellen. Dat bleek pas toen ik problemen met mijn gezondheid kreeg. Ik ging kwakkelen. Je hebt dan hulp en mededogen nodig, maar dat kwam van hem niet. Uiteindelijk heb ik er een punt achter gezet, ik ben niet lang blijven kniezen. Natuurlijk denk ik er nog wel eens aan terug, maar altijd met de gedachte: wat was ik stóm. Pijn heb ik in de afgelopen jaren vaak genoeg gevoeld. Eerst dacht ik dat die voortkwam uit mijn eigen slechte inzicht, maar het was juist de helderheid die me die pijn gaf. Verliefdheid dompelt je iedere keer weer onder in onwetendheid. Het maakt je blind."  

"Eigenlijk ben ik al mijn hele leven alleen. Behalve dat jaar in de commune. Dat was ook samenwonen, maar natuurlijk geen liefdesrelatie. Die dingen moet je niet verwarren. Een samenwonende broer en zuster is ook een ander soort relatie. De liefde en tederheid is heel anders. Ook als samenwonend liefdespaar hoef je geen sex te hebben. Er is een mogelijkheid tot liefde zonder sex, dat wordt platonisch genoemd. Dat gebeurt vaker dan je denkt. Of ik zelf vaker platonische relaties heb gehad? Dat zou teveel pretenderen. Nee, relaties niet. Wel verliefdheden. Maar dat zijn meer kalverliefdes." 

emotie 
            Hij vertelt het ongeroerd. De liefde lijkt een gepasseerd station, maar verliefdheid niet. "Iedere dag word ik wel een keer verliefd. Er zijn mensen die ik ken, op wie ik echt verliefd ben. Maar dat werk ik niet uit. Sowieso komen ze niet in aanmerking, want het zijn heterosexuelen. Ik houd die relaties platonisch en dat bevalt me. Het hoeft toch ook niet tot sex te leiden? En samenwonen hoef ik ook al niet, dus waar zou ik me dan druk om maken? Ik vind het leuk om ze in mijn omgeving te hebben en zij zijn op mij gesteld. De van mijn kant sterkere genegenheid zou dat alleen maar kunnen verstoren. Vind jij dat zelfkastijding? Dat zou het zijn als ik het probeerde te consummeren. Je springt toch niet in een ravijn omdat het er beneden zo leuk uitziet? Je weet dat je te pletter valt. Dan is het toch geen zelfkastijding om vanaf de rand van het ravijn te genieten van het landschap? Emoties beheersen niet mijn leven, die worden gemend door het verstand. Emoties zijn de paarden die kar trekken, maar het verstand is de koetsier."
 

Helemaal in zijn eentje hoeft hij het niet te rooien. Johannes van Dam heeft zijn katten: Poes en Poes. En een assistent, sinds een paar maanden. "Ik zat bij Hoppe de krant te lezen, toen naast me een jongen ging zitten. Hij opende precies hetzelfde boek, dat ik een dag eerder had gekocht: een Spaans wetenschappelijk werk over de geschiedenis van voedsel. We raakten aan de praat en hij bleek hetzelfde zakmes te hebben, had in een boekhandel gewerkt en kwam net als ik graag in Barcelona. Als hij naar de Pyreneeën ging, logeerde hij in hetzelfde dorpje. En tot rust komen, deed hij op een steen in de rivier. Dus ik zei: die steen daar. De overeenkomsten waren overweldigend en er waren er nog meer. Behalve dan dat hij 30 was en een vrouw en een kind heeft. Hij had Nederlands gestudeerd, redigeerde teksten van anderen en ik had een assistent nodig. Hij wilde meteen beginnen. Hij helpt mijn bibliotheek ordenen en is geïnteresseerd in de dingen die ik koop om over te schrijven. Eigenlijk wil hij hetzelfde doen als ik. Hij gaat ook iedere week mee uit eten. Hij is kritisch en leergierig en hij denkt over veel dingen precies hetzelfde. We zijn een ideaal koppel. Over vijftien jaar weet hij bijna net zoveel als ik." 

Zijn opvolger heeft hij al gevonden. Maar goed ook: Van Dam lijdt al tien jaar aan suikerziekte. Zijn werk is in feite levensgevaarlijk. "Het vak maakt het er niet gemakkelijker op. Een collega, die iets eerder precies dezelfde ziekteverschijnselen kreeg, is nu bijna blind door de suikerziekte. Zover is het bij mij nog niet. Als ik mezelf goed blijf volgen en op tijd een shot insuline zet, kan ik nog een tijdje mee."


sQueeze | juni 2002

Reageren?

    


Reacties

"mike" <dreesde1@***> schreef op 28 maart 2008:
beste redaktie zie eigenlijk nooit dat de hr.van dam een steakhouse bezoekt misschien kan jij hem doorsturen naar het bestekje in de scheldestraat in amsterdam want wij hebben echt het lekkerste black angus beef met alles zelf bereide bij gerechten erbij bedankt en wie weet!

"ron bonnema" <deliciousfood@***> schreef op 7 maart 2008:
jvd was bij ons in de winkel heeft wat rond gekeken een gesprekje gehad (aangenaam) wat gekocht en waarschijnlijk z,n oordeel reeds geveld.nuwil ik hem mededelen dat we ook nog zeer acceptabele pestos en tapenades,huis gemaakte cakes en koekjes hebben vriendelijke groet ron.

"coby langen" <info@***> schreef op 19 december 2007:
mag ik ook iets vragen, Johannes van Dam hed het in een intervieuw op radio 5 over een kiprecept. zou u dat kunnen mailen naar mij. hartelijk dank en vriendelijke groet, C.langen

"Marc van Oest" <brauhausdudeldorf@***> schreef op 6 mei 2007:
Lees zojuist met interesse je website en stuit op het stuk over Johannes van Dam. Nu loop ik al een tijd met een technische vraag en dan bij voorkeur aan hem. Zou jij me kunnen vertellen hoe ik met de heer Van Dam in contact kan komen.

"Suze van Acker" <suzeva@***> schreef op 18 juni 2006:
De "Dikke van Dam" is heerlijk maar bij de raapjes mis ik : gebakken met zwarte peper daar vochten de kinderen om en niks koken in water. Overigens is een smulpaap in domineesland een verademing.

"E.E.Karman" <info@***> schreef op 13 maart 2006:
Is 'schoolmeester' een werkwoord? ;-)

Beste E.E.Karman,
Dank voor je reactie. Nee, volgens de Dikke van Dale (niet te verwarren met deDikkeVanDam) en het Groene Boekje is 'schoolmeester' een zelfstandig naamwoord. Het daarvan afgeleide werkwoord is 'schoolmeesteren', met 'en' erachter dus. ;-)
Van Dale:
schoolmeesteren
school-mees-te-ren 
onovergank. werkw.; schoolmeesterde, h. geschoolmeesterd 
de schoolmeester spelen (over –), op pedante wijze corrigeren, de les lezen, of spreken over –

"ton" <e-mailadres@***> schreef op 11 maart 2006:
gratis eten is mooi mee genomen hr. van dam

"Ezze Joffi" <ezzejoff@***> schreef op 7 november 2005:
Leuk stuk. Johannes van Dam irriteert me mateloos. Hij zal wel smaak hebben, maar dat arrogante schoolmeesterachtige toontje valt mij net zo zwaar op de maag als een bord erwtensoep. In het Parool van deze week heeft hij een juichende recensie over Pays-Bas op het G. Mahlerplein. Maar ook kritiek op het kindermenu in het algemeen en dan besluit hij met de oproep aan ouder: 'geef iets meer uit en voed uw kinderen beter en voed ze beter op.' Iemand die zo gewend is de puntjes op de I te zetten zou toch moeten weten dat je in deze vorm voedt met dt schrijft.

Beste Ezze,
Dank voor je reactie. Je bent niet de enige die zich stoort aan Van Dams pedanterieën. Ik vind ze wel vermakelijk. Ik ga echter ook even schoolmeesteren, want de zin die je aanhaalt is een imperatief, gebiedende wijs. Alleen de stam dus, zonder t - enkele (versteende) uitzonderingen daargelaten, zoals 'Gaat u zitten'. Kijk maar: www.onzetaal.nl/advies/wordt.html. Wat overigens niet betekent dat ik nooit een taalfout ben tegengekomen in Van Dams stukken. Maar dat is dan eerder een uitglijer van de eindredacteur dan een misser van Van Dam zelve. Want hij is feilloos. ;-)

"Bert" <bert2642@***> schreef op 14 augustus 2005:
Aanrader voor Dhr van Dam Eten in een oer hollanse sfeer maar met een zeer hoog cullinair Thaise tint in Monnickendam \Het Waepen van Naang Nuan Havenstraat 7 1141 ax Monnickendam.

"JAN" <micknina@***> schreef op 8 augustus 2005:
fantastisch zo een iemand als johannes van dam.ik zou zo graag een weekje met hem meelopen om te zien hoe alles in zijn werk gaat en hoe bedrijven zich uit lopen te sloven voor hem.Ik hoop dat ik ooit eens een berichtje van hem mag ontvangen

"Paul Vervoort" <p.j.vervoort@***> schreef op 23 juli 2004:
Hallo Sander,
Leuk verhaal over Johannes van Dam. Ik ben zelf een trouwe lezer van zijn rubriek in Het Parool en vaak denk ook ik bij een hoog cijfer: 'Laten we daar vanavond maar eens gaan eten.' Maar meteen daarna denk ik: 'Laat maar, het zal wel vol zitten.' Nu weet ik dat ik het inderdaad niet hoef te proberen. Trouwens ook complimenten voor je pakkende schrijfstijl.
Met vriendelijke groet,
Paul Vervoort